Personages die stotteren in kinderboeken worden vaak volgens een stereotiep – niet kloppend – beeld neergezet. Ze zijn onzeker, hebben het moeilijk met praten of moeten op een andere manier leren praten.
In deze verhalenbundel draaien we het eens om: kinderen die stotteren zijn de experts. Dat is geen sprookje, maar hoe het echt is als je oprecht in gesprek gaat met kinderen die stotteren. Zij weten als geen ander hoe praten werkt. Hoe het voelt als praten niet altijd vanzelf gaat. Hoe het is om net anders te praten dan de rest. En hoe het is om soms te worstelen met letters en klanken. Zij weten ook wat ze dan nodig hebben. Een omgeving die nét dat beetje extra tijd geeft en het stotteren er gewoon laten zijn zoals het is. Want iedereen praat anders.
Verhaal 1: Praten is een makkie – een verhaal over spreken/stotteren. Mika gaat voor het eerst naar school. Dat is mega-eng, vooral om in een kring vol met nieuwe gezichten te moeten praten. Mika weet niet hoe hij dat moet gaan doen. Gelukkig zitten er een paar praatexperts in zijn klas die wel willen helpen.
Verhaal 2: L-L-Leer toch luisteren! – een verhaal over anders spreken. Plotseling moet Bram verhuizen, omdat zijn moeder nieuw werk heeft. Midden in het schooljaar moet hij naar een nieuwe school, helemaal aan de andere kant van het land. En daar is alles anders. Wat als de kinderen hem uitlachen om hoe hij praat?
Verhaal 3: Draakwoorden – een verhaal over lezen. Cato zit in groep 3 en heeft moeite met lezen. Het lukt niet zo snel als zou moeten. Daarom zit ze in een speciaal leesgroepje. Maar hoe sneller ze het probeert, hoe lastiger het wordt. Gelukkig heeft ze een vriendin die een oplossing weet.